Donderdag 6 juli 1944
De Slag om Normandië, dag na dag

Generaal Montgomery’s tactiek om Caen vanuit het westen aan te vallen was mislukt en de hevige gevechten tussen de Canadezen en de 12e SS-Panzerdivisie hadden beide partijen verhinderd vooruitgang te boeken. Bovendien sneuvelde kolonel Maurice, bevelvoerend officier van de 4e King’s Shropshire Light Infantry, toen zijn hoofdkwartier werd gebombardeerd door Duitse kanonniers. De situatie leek opnieuw in een impasse te zitten, aangezien het front niet echt was veranderd. Caen was nog steeds in handen van de Duitse verdedigers en de Britten die in de noordelijke buitenwijken van de stad oprukten, werden tegengehouden door een spervuur van mortieren en granaten van hun vijand.
Montgomery besloot binnen twee dagen een nieuw offensief te lanceren, met als doel het front te doorbreken en de stad Caen definitief onder controle te krijgen. De Duitsers waren echter stevig in de verdediging en hadden zelfs Tiger-tanks ingegraven, die, eenmaal op deze positie, moeilijk te bereiken waren voor geallieerde vliegtuigen. Generaal Montgomery besloot de bombardementen voorafgaand aan de aanvallen te intensiveren.
De Amerikanen leken ook te worden tegengehouden door Duitse troepen op het zuidelijke schiereiland Cotentin. Het front bleef geblokkeerd en vertoonde weinig beweging. De Amerikaanse troepen vielen langs twee assen aan, één gericht op de stad Saint-Lô, de andere op Périers. De 30e Infanteriedivisie naderde het dorp Saint-Fromond en de strategische brug over het Vire-Tautekanaal. Artillerie bombardeerde de buitenwijken van het dorp en de infanterie veroverde het stadje Airel, gelegen in de directe omgeving van Saint-Fromond.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info