Zondag 30 juli 1944
De Slag om Normandië, dag na dag

De Duitsers, die snel een verdedigingslinie hadden gevormd tussen Cérences en Percy, werden op verschillende punten aangevallen. De linie, door de Duitsers ook wel de “witte linie” genoemd, was te haastig gevormd en de Amerikaanse vuurkracht doorbrak deze barrière gemakkelijk en zette zijn offensief zuidwaarts voort, met name richting Avranches, de ware toegangspoort tot Bretagne, gelegen op 50 kilometer ten zuiden van het startpunt van Operatie Cobra, die op 24 juli van start ging. Het zuiden van Saint-Lô was nu onder controle van de 2e Pantserdivisie en de 30e Infanteriedivisie, die hun opmars naar het zuidoosten voortzetten. In het oosten werd Granville bevrijd door soldaten van de 6e Pantserdivisie.
De infanteriedivisies (4e, 8e en 79e) die vanuit het oosten aanvielen, ondersteund door respectievelijk de 3e, 4e en 6e Pantserdivisie, bevrijdden Gavray, La Haye-Pesnel, Bréhal en Avranches. Aan het einde van de dag hadden de Amerikanen de dorpen van Pontaubault ten zuiden van het offensief bereikt en trokken ze richting Saint-Hilaire-du-Harcouët. De opmars was razendsnel en onverwacht: de Duitsers werden overmeesterd en gaven hun posities over aan de vijand, en de brug van Pontaubault, die de weg naar Bretagne opende, kwam onder Amerikaanse controle.
Generaal Patton, commandant van het Amerikaanse Derde Leger, was trots op zijn soldaten. Snelheid was de sleutel tot Operatie Cobra, en alles verliep volgens plan. Sommige offensieven, met name de bevrijding van Avranches, overtroffen alle verwachtingen. De geallieerden konden nu zeggen: Cobra was, ondanks de indrukwekkende verliezen, een groot succes. De slachtoffers waren als volgt: bijna 18.450 Amerikaanse soldaten waren uitgeschakeld (meer dan 5.020 van hen kwamen om het leven), en ongeveer 15.000 Normandische burgers waren slachtoffer geworden van bombardementen en gevechten sinds het begin van Cobra op 24 juli.
De Britten, die tegenover twee derde van de in Normandië gestationeerde Duitse troepen stonden, lanceerden een nieuwe operatie met de codenaam Bluecoat. Zes Anglo-Canadese divisies van generaal Dempsey’s 2e Leger namen deel aan het offensief, dat erop gericht was de Duitse nederlaag, veroorzaakt door Operatie Cobra aan de oostflank van de Amerikaanse troepen, uit te buiten. De Britten vielen aan vanuit Caumont, oostwaarts van Vire naar het zuiden van Villers-Bocage, fel verdedigd door Panzer Group West onder bevel van het Duitse 7e Leger van Eberbach en Hausser. Ondertussen vielen de 1e en 9e SS Panzerdivisies ten oosten van Caen aan, waardoor de Britse verdediging werd verzwakt.
Veertien Churchill-tanks van de 6th Guards Armored Brigade werden tijdens de gevechten van die dag vernietigd. Er gingen slechts twee Jagdpanthers verloren in het gebied rond Caumont.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info