Zondag 16 juli 1944
De Slag om Normandië, dag na dag

De 15e, 43e, 49e, 50e, 53e en 59e Anglo-Canadese Infanteriedivisies vochten nog steeds tegen Eberbachs Panzer Group West in de Odonvallei, terwijl de Britten in Caen hun pogingen voortzetten om de hele stad onder controle te krijgen.
Er vonden talrijke tankgevechten plaats en de geallieerden dankten hun overleving uitsluitend aan hun krachtige artillerie en luchtsteun, die de Duitse tegenoffensieven beperkten. Een nieuwe Britse aanval, codenaam Pomegranate, werd gelanceerd in de Odonvallei. Deze was bedoeld om het front te doorbreken en Operatie Greenline, die de dag ervoor was ingezet, nieuw leven in te blazen.
Luitenant-generaal Simonds presenteerde het 2e Canadese Korps een andere operatie, codenaam Atlantic, die tot doel had het front ten zuidwesten van de stad Caen te doorbreken richting het dorp Louvigny. Dit kleine offensief, geleid door de 2e Canadese Infanteriedivisie, was toen in voorbereiding.
Het Amerikaanse front op het zuidelijke schiereiland Cotentin was relatief recht, behalve ten noorden van Saint-Lô, waar de Duitse tegenaanvallen toenamen. De 29e en 30e Amerikaanse infanteriedivisies werden geleidelijk verder uit elkaar gedreven, en deze situatie verontrustte de geallieerde legerleiding. Daarom lanceerden de 9e en 30e divisie een nieuw offensief zuidwaarts langs de weg Carentan-Saint-Lô om het front weer in een rechte lijn te vormen. De Amerikaanse opmars verliep uiterst traag en moeizaam, maar de Amerikanen bereikten toch de stad Esglandes.
Ondertussen was het 2e bataljon van het 116e infanterieregiment omsingeld, maar ook de Duitse troepen verzwakten.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info