Zondag 20 augustus 1944
De Slag om Normandië, dag na dag

De omsingeling van de Duitse troepen vond plaats ten zuidoosten van Falaise. Om aan de zak te ontsnappen, moesten troepen en voertuigen een smalle corridor van enkele kilometers gebruiken tussen Trun, Saint-Lambert en Chambois, die voortdurend werd gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen en artillerie. De chaos van de terugtocht was onbeschrijfelijk: de rokende wrakken van voertuigen, de lichamen van Duitsers en de paarden die bij hun evacuatie werden gebruikt, lagen verspreid over de wegen en rivieren en boden een angstaanjagend schouwspel van een leger in wanorde: meer dan 200 tanks, bijna 100 artilleriestukken en evenveel andere voertuigen werden vernietigd. Een paar bruggen over de Dives lieten de overlevenden van de 2e Pantserdivisie, de 10e SS Pantserdivisie en de 116e Pantserdivisie nog toe te ontsnappen. Om deze te gebruiken, werden de gewonden en voertuigwrakken in de sloten en de rivier gegooid.
Vanaf 19.00 uur Van 19.00 tot 19.20 uur mochten de Duitsers hun gewonden evacueren. Na deze periode werden de gevechten hervat.
Hoewel de situatie van de asmogendheden in Normandië rampzalig was en drie Duitse generaals gevangen werden genomen, slaagden veel eenheden er toch in om oostwaarts te ontsnappen en de Seine te bereiken, ondanks onophoudelijke luchtaanvallen. Ze maakten gebruik van de ochtendmist om de Canadese, Poolse en Amerikaanse linies over te steken.
Ten oosten van Caen, als onderdeel van Operatie Paddle, vielen Britse commando’s, ondersteund door Belgische soldaten van de Piron Brigade, de dorpen Dozulé en Brucourt aan. De Belgische brigade stond voor de poorten van Cabourg en had onderweg Le Hôme en Varaville bevrijd.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info