Dinsdag 20 juni 1944
De dagen die de Slag om Normandië hebben gekenmerkt
De storm woedt nog steeds in het Kanaal. De geallieerde meteorologen voorspellen dat het weer binnen twee dagen weer beter wordt. De kunstmatige havens van Arromanches en Saint-Laurent-sur-Mer zijn zwaar getroffen en er staat veel reparatiewerk te wachten. Veel kleine boten zijn door het slechte weer gestrand of gezonken.
Ondertussen verloopt het lossen van het materiaal dat nodig is voor de voortzetting van de militaire operaties erg traag en moeten de Britse troepen heel langzaam oprukken, terwijl het front eindelijk lijkt open te breken.
De Amerikaanse troepen zetten daarentegen hun moeizame maar gestage opmars voort. De mannen van de 4e infanteriedivisie trekken Valognes binnen, waar hevige straatgevechten uitbreken. De bombardementen op de wijken die niet door de Amerikaanse troepen worden gecontroleerd, gaan door, terwijl delen van het 22e infanterieregiment Le Theil en de heuvels die deze regio van de Cotentin domineren, bereiken.
De Duitsers geven geleidelijk hun posities op om zich bij de verdedigingslinie van Cherbourg te voegen. Generaal Collins, commandant van het 7e Amerikaanse korps, zet drie extra divisies in voor de aanval zonder de gebruikelijke artillerievoorbereiding. Deze aanval verstoort de laatste verdedigingspunten vanaf Montebourg en stelt de Amerikaanse troepen in staat om de poorten van Cherbourg te bereiken. De aanvallers rukken op met behulp van de ‘sprongetje’-tactiek, die het voortbewegen in het Normandische coulisselandschap vergemakkelijkt.
Tussen Cherbourg en Valognes, in de buurt van Sottevast, ontdekten de Amerikanen een enorme bouwplaats die sinds D-Day in onbruik was geraakt. Het betrof een lanceerbasis voor V-2-raketten die volgens de plannen 160 meter lang en 56 meter breed zou worden. Slechts een tiende van de basis was gebouwd toen de landing begon.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info