Zondag 6 augustus 1944
De Slag om Normandië, dag na dag

Ten noordoosten van Avranches was de stad Vire eindelijk onder geallieerde controle, en het grootste deel van de troepen van het Duitse 1e Leger trok op naar Mortain, waar het hevig weerstand bood aan bombardementen en schermutselingen van Amerikaanse troepen. Generaal Pattons 3e Leger, sinds de vorige dag in tweeën verdeeld, zette zijn opmars voort: in Bretagne, waar de Amerikaanse soldaten van het 8e Legerkorps razendsnel de poorten van Brest en Nantes bereikten, en vervolgens in Zuid-Normandië, waar de mannen van het 15e en 20e Leger zich versnelden richting Laval en Le Mans. Generaal Dietrich Kraiss, commandant van de Duitse 352e Divisie en ernstig gewond op 4 augustus, sneuvelde die dag.
Het Britse front was bijna een week lang nauwelijks opgeschoven in het gebied ten zuiden van Caen, en het 1e Canadese Leger leed onder de verdediging van de 1e SS-Panzerdivisie. Ten oosten van de stad rukte het 2e Britse Leger langzaam op richting Thury-Harcourt en Condé, tegenover het Duitse 74e Legerkorps, na de inname van Mont Pinçon, een heuvel die uitkijkt over de regio.
Hitler wilde wanhopig een tegenaanval uitvoeren op het schiereiland Cotentin, maar generaal Von Kluge, die de Duitse troepen in Normandië aanvoerde, was ervan overtuigd dat een aanval onder dergelijke omstandigheden zinloos was en dat een terugtrekking achter de Seine absoluut noodzakelijk was. Von Kluge sprak zijn Führer, die nergens naar luisterde, echter niet tegen en besloot in de nacht van 6 op 7 augustus een grootschalige operatie te starten. De Duitsers verzamelden vervolgens zoveel mogelijk eenheden in de regio Mortain, inclusief vliegtuigen (afkomstig van het Russische front), en bereidden zich voor op de aanval.
Vorige dag – Volgende dag – Terug naar de historische frise
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info