Operatie Bigot – Landing in Normandië

Als onderdeel van het programma om de Duitse inlichtingendiensten te bedwelmen, ontwikkelden de Geallieerden Operatie Bigot. Het doel was om alle valse documenten als “Top Secret” te classificeren, terwijl de echte als “Bigot” werden geclassificeerd. Het Bigot-programma werd geleid door ongeveer twintig militairen op de vijfde verdieping van het Londense warenhuis Selfridges.

De oorsprong van de term Bigot staat open voor discussie: voor sommigen komt Bigot van het acroniem “British Invasion of German Occupied Territory”. Voor anderen komt het van de omkering van de letters van de Britse uitdrukking “To Gib” (Gibraltar).

Officieren en aanverwant personeel die geheime informatie hadden over de landing in Normandië werden “Bigot officieren” genoemd. Hun bescherming tijdens de voorbereidingen voor D-Day was een constante zorg voor de Geallieerden. Operatie Bigot werd verschillende keren bijna afgebroken, met name in april 1944 toen een grootschalige repetitie van de landing in Normandië op een ramp uitliep (Operatie Tiger): tien officieren met Bigot-documenten werden als vermist opgegeven in het Kanaal nadat hun schip was getorpedeerd, maar hun lichamen werden later door de Geallieerden gevonden.

Terug naar menu Voorbereidende landingen