Operatie Glimmer
Luchtoperaties op 6 juni 1944
Plan van de geallieerde afleidingsoperaties in de nacht van 5 op 6 juni 1944, in het bijzonder Operatie Glimmer.
- De oorsprong van Operatie Glimmer
De Geallieerden waren zich ervan bewust dat hun invasievloot waarschijnlijk zou worden ontdekt door radars die op het Kanaal waren gericht en bereidden daarom een misleidingsoperatie voor om de Duitsers voor de gek te houden.
Operatie Glimmer was geboren. De sleutel tot succes lag in het gebruik van de eigenschappen van dunne metaalfolie, bestudeerd door de Britse natuurkundige Sébastien Pease die voor Bomber Command werkte: deze folie vervormde radarecho’s en gaf de aanwezigheid van meerdere grote objecten op de schermen aan. Het geallieerde leger wilde deze metalen strips boven het Kanaal, voor de kust van Pas-de-Calais, droppen om een amfibische operatie in de regio te simuleren en de Duitse soldaten daar op hun hoede te brengen.
Naast deze droppings van tegenmaatregelen werden kleine onbemande vaartuigen uitgerust met G.-H. transponders door de bommenwerpers gesleept terwijl ze vlogen. Het doel van deze transponders was om het communicatienetwerk van het dummy flottielje te simuleren.
- Het verloop van Operatie Glimmer
In de nacht van 5 op 6 juni 1944 kreeg 218 (Gold Coast) Squadron van de Royal Air Force, uitgerust met Short Stirling bommenwerpers, de opdracht om duizenden metalen strips te droppen tussen Dover en Calais, samen met de transponders.
De bommenwerpers hadden zeer nauwkeurige vluchtlogboeken: ze moesten een bepaalde as volgen met een lage snelheid en wanneer ze de grens van hun bereik bereikten, werden ze vervangen door andere bommenwerpers die de dropping langs dezelfde baan voortzetten: zo zagen de Duitsers op hun schermen echo’s die leken op die van een flottielje dat voor Pas-de-Calais naderde. Batterijen kregen het bevel om het vuur te openen als ze niet geïdentificeerd konden worden.
- Gevolgen van Operatie Glimmer
Het belangrijkste gevolg van Operatie Glimmer was het toevoegen van nieuwe en tegenstrijdige informatie aan de stroom van gegevens die in de nacht van 5 op 6 juni 1944 naar de Duitse inlichtingendiensten werden gestuurd.
Deze gegevens over de mogelijkheid van een amfibische operatie in Pas-de-Calais versterkten de hypothese dat de landing in Normandië slechts een afleidingsmanoeuvre was en dat de echte geallieerde aanval in de regio Calais zou plaatsvinden: de Duitsers stationeerden er enkele duizenden manschappen en uitrusting van twee weken tot een maand na 6 juni 1944, om te voorkomen dat de Geallieerden al hun tegenstanders op dezelfde plaats zouden bestrijden.
Deze misleidingsoperatie was gebaseerd op één van de zekerheden van de Duitse generaals, die ervan overtuigd waren dat de landingen in het westen inderdaad in de regio Pas-de-Calais zouden plaatsvinden.
Terug naar menu Luchtoperaties tijdens de landing in Normandië
Mediabibliotheek – Wapenografie – Filmografie – Bibliografie – Winkel – Forum – Site-info