De SAS in Normandië – Verzet in Normandië

Het Franse verzet tijdens de Slag om Normandië

Het SAS insigne: het Excalibur zwaard met een aureool in vlammen.
Afbeelding : DR

De oorsprong van de S.A.S.

De S.A.S. (Special Air Service) werd eind 1941 opgericht op initiatief van luitenant David Stirling. Hij bracht parachutistenvrijwilligers samen om een speciale eenheid te vormen gebaseerd op het commandomodel. Dit type gevecht was voornamelijk ontwikkeld door de Britten, die de principes vaststelden: kleine teams van drie tot tien goed uitgeruste, gevechtsgeharde soldaten die specifieke acties uitvoerden in vijandelijk gebied, variërend van het vernietigen van doelen tot het leggen van contact met het lokale verzet.

De training voor S.A.S.-eenheden was bijzonder zwaar en vrijwilligers moesten een uitstekend fysiek en mentaal uithoudingsvermogen tonen. Ze werden getraind op een groot aantal gebieden, van explosieven tot het hanteren van een breed scala aan wapens. Klik hier om de lijst met uitrusting te zien die door de S.A.S. werd gebruikt.

Van Noord-Afrika tot Normandië

De S.A.S.-soldaten kregen hun vuurdoop in Noord-Afrika in 1942. Ze voerden aanvallen uit tegen de troepen van het Afrika Korps en werden versterkt door Franse vrijwilligers van de 1ste Parachutisten Compagnie. Bij hun terugkeer in Engeland werden S.A.S.-eenheden georganiseerd om deel te nemen aan operaties in verband met de landing in Normandië. Ze bestonden uit het 1e en 2e Britse S.A.S.-regiment, het 3e en 4e Franse S.A.S.-regiment en het 5e Belgische S.A.S.-regiment. Kleinere teams van drie man vormden de “Jedburgh” eenheden: zij waren verantwoordelijk voor het coördineren van missies tussen de Geallieerden en het lokale verzet.

Deze ondersteunende operaties waren belangrijk in het kader van Overlord. Hun doel was om de opmars van Duitse versterkingen naar Normandië te desorganiseren en te vertragen, zodat de Geallieerden hun bruggenhoofd konden consolideren in de dagen en weken na 6 juni 1944.

De eerste Jedburghs werden vanaf 5 juni 1944 ingezet in de regio Châteauroux, waar ze in contact kwamen met het lokale verzet. 35 parachutisten van de Franse 4th S.A.S. onder bevel van kolonel Bourgoin werden in de nacht van 5 op 6 juni boven Bretagne gedropt: hun missie was om twee bases die door het Franse verzet werden bevoorraad, een in Côtes-d’Armor (operatie Dingson) en de andere in Morbihan (operatie Samwest). Op hetzelfde moment parachuteerden Britse commando’s in Morvan (operatie Houndsworth) en Vienne (operatie Bulbasket).

Geïsoleerd en soms verraden door lokale troepen, betaalde de S.A.S. een zware prijs tijdens hun inzet op Frans grondgebied. Van de 450 S.A.S. die in Bretagne werden ingezet, werden er 77 gedood en 197 gewond. Toen de Slag om Normandië eind augustus 1944 eindigde, waren bijna 1.100 S.A.S. ingezet op Frans grondgebied. Het 3de Britse S.A.S. Regiment opereerde in Finistère, Limousin, de regio Lyon, Saône-et-Loire en Vendée.

Deze special forces werden eind 1944 ook ingezet in de Ardennen als onderdeel van Operatie Franklin, daarna in Nederland.